This device is too small to view this website properly

Try to rotate your device

DOCUMENTS     About : Lost paradise, Fantasmagorische maalstromen

About : Lost paradise, Fantasmagorische maalstromen

November 19th 2001

Marie-Jo Lafontaine, een grote dame in de kunst

Met een puntgave poëzie bezingt dit oeuvre alle leed, de pijn, het geweld, de liefde, de hoop. Het wortelt in de werkelijkheid, maar deze wordt omgezet in suggestieve, artificiële beelden. Videosculpturen met vele schermen en geluidsbronnen of reeksen van vele foto’s veroorzaken zinnenstrelende en kippenvel verwekkende ervaringen. Pas in de versnippering kan de totaliteit zichtbaar worden. Deze meeslepende mallemolen van de wereld met al zijn tegenstrijdigheden trekt langs tal van tentoonstellingen, voornamelijk in het buitenland.

Ontegensprekelijk behoort Marie-Jo Lafontaine tot de internationale top van de videokunst. Feitelijk speelt haar kunst zich evenwel af op het raakvlak van video, fotografie, schilderkunst, beeldhouwkunst, environment. In haar geboorteland België klonk soms de kritiek dat deze werken te perfect en te glad zijn om waarachtig de emoties aan te grijpen. ‘In eigen land is men nooit koning’, zegt ze. Toch blijft de kunstenares, in 1950 geboren in Antwerpen, steeds in Brussel wonen. Ze verbleef echter veel in het buitenland, in Duitsland vooral, waar ze doceerde aan de ‘Hochschule für Gestaltung’ in Karlsruhe. Vorig jaar had ze een grote tentoonstelling in Darmstadt en in het Musée du Jeu de Paume in Parijs, waarbij een inmiddels bekroonde cd-rom als catalogus verscheen. Deze bevat eveneens een volledig overzicht van de video-installaties sinds 1979. Via beschrijvingen, foto’s van de installatie, videofragmenten kan je er op diverse manieren in ronddwalen, onder andere volgens thema’s zoals het kijken, de sensualiteit of confrontaties.
Bovendien werd ze als eerste, eigentijdse Belgische kunstenaar uitgenodigd voor een solotentoonstelling in het Guggenheim in New York. Alleen vraagt dat museum een erg groot bedrag van de kunstenaar. Na vier jaar sponsors te hebben bijeengezocht, gaf ze de strijd op. ‘De Vlaamse regering vindt blijkbaar dat haar kunstenaars het niet waard zijn om in het Guggenheim tentoon te stellen’, zegt ze wat verbitterd. Toch werd ze tot tweemaal toe cultureel ambassadeur van Vlaanderen, een soort kwaliteitslabel van de Vlaamse minister van cultuur voor kunstenaars, groepen en instellingen met een internationale uitstraling.
In het buitenland staan grote in situ projecten in de steigers. Dit jaar won ze zowel de wedstrijd ‘Kunst am Bau’ voor het nieuwe justitiecentrum in Bonn als ‘Art for the Pier’ voor de luchthaven Arlanda in Stockholm. In Brussel deed ze zopas een kleinschaliger ingreep in openlucht, wat zeldzaam is. De conservator van het Erasmushuis kwam op het idee om er een ‘filosofische tuin’ aan te leggen. Marie-Jo Lafontaine bracht het uitspansel naar de aarde. Over het gazon waaieren ovalen waterbassins uit, de tranen van de hemel. Daaruit rijzen telkens Erasmiaanse adagia in metalen letters op. ‘Festina lente’, haast je langzaam, klinkt bijvoorbeeld heel wat aantrekkelijker dan ‘onthaasten’, dat nieuwe modewoord in België.

EUFORIE EN EXTASE

Het feest voor haar vijftigste verjaardag viert ze in Galerie De Gryse in Tielt, die inmiddels 25 jaar bestaat. De nieuwe reeks ‘Lost Paradise’ bestaat uit grote, glanzende foto’s van bloemen, perfect ingelijst en soms in een triptiek aan elkaar gelast. Voor de bijhorende muziek denkt ze aan opera, life gezongen tijdens de opening. De blik, die de kleurrijke bloemenweelde als een overvliegende vogel overschouwt, kan quasi eindeloos doordringen in dit paradijs. Een verloren paradijs, vermits het niet meer bestaat. Tenslotte toont eender welke foto een ogenblik, dat onherroepelijk voorbij is. Deze nauwelijks gemanipuleerde beelden representeren een fragiel, vergankelijk geluk. Ergens zijn ze tegelijk hymne en elegie.
Sinds 1987 blijft Marie-Jo Lafontaine trouw verbonden aan deze veeleer kleine galerie. Dat jaar brak ze internationaal door op Documenta 8 in Kassel met de video-installatie ‘Les larmes d’aciers’. Een opeenstapeling zwart-witte beelden van verbeten atleten tijdens de powertraining demonstreren de excessen van de cultus van het lichaam. Dat leidt tot de afstomping van de geest. De kunstenares wil precies het denken en de verbeelding activeren. Ze debuteerde in 1977 met monochrome textielenvironments. Van meet af aan wendt ze ook het medium video uitsluitend aan in omvattende installaties. ‘A las cinco de la tarde…’, een zwarte cirkel van monitoren uit 1984, neemt de toeschouwer op in wervelende beelden van flamenco en stierengevechten. Pijn en passie, verleiding en gevaar, schoonheid en verschrikking, kortom Eros en Thanatos gaan in dit oeuvre altijd hand in hand. Steeds ontrolt zich eenzelfde film in lusvorm en met lichte verschuivingen op meerdere schermen. Die ritmische herhaling kan zowel roesverwekkend als intimiderend werken.
Toen tien jaar geleden plots grote zwartwitfoto’s van kinderen werden gepresenteerd, leek dat een breuk. De massief ingelijste fotowerken zijn dikwijls voorzien van een predella, een houten paneel dat nauwgezet laag over laag in één kleur is beschilderd. Dat gladde monochroom vol spiegelingen geeft gestalte aan de aura van de foto. De volle kleuren zuigen de blik diep naar binnen. ‘De foto is de voorstelling’, zegt de kunstenares. ‘Het monochroom is het projectieoppervlak voor ons. Wij kunnen ons projecteren in die lege ruimte.’ Lang geleden werden fotowerken soms verenigd met sculpturen, grote vrijstaande gevaartes of tegen de muur leunende elementen. Toen leed deze kunst wel aan voltverlies. Dergelijke sculpturen maakt ze niet meer. ‘Ik werk meer met concepten dan met materialen’, zegt ze.
Ook voor de foto’s vertrekt ze van een soort scenario in haar hoofd. De jongeren in recente reeksen plukte ze van de straat. ‘Ik kies’, zegt ze. ‘Dat is mijn vrijheid. Ik regisseer. Maar je zegt niet tegen iemand doe dat en dat, je doet iemand denken aan dat en dat. Je moet iets opbouwen. Aan kinderen bijvoorbeeld stel ik fundamentele vragen. Ben je gelukkig ? Een volwassene heeft schrik om zoiets aan een kind te vragen. Een kind hoort gelukkig te zijn. Ik praat voortdurend : denk aan je ogen, kijk naar de camera, kijk een beetje dieper in de camera…’

TROEBLERENDE DROMEN

Nog altijd maakt ze zowel theatrale videosculpturen als fotoreeksen. Frontaal, sec en afstandelijk vertegenwoordigen die foto’s schijnbaar de brute werkelijkheid. Zo vertoont het oeuvre een gespletenheid. ‘Dat zijn de twee facetten van mijn persoonlijkheid’, zegt Marie-Jo Lafontaine. ‘Een beetje streng de dingen tonen en het plezier, het feest, de muziek. Om het drama van het leven in mij, dat zware drama te ontkrachten is er het feestelijke en barokke. Maar het drama is natuurlijk overal aanwezig. Misschien zit het nog sterker in het feest.’ Af en toe komt het theatrale evenzeer tot uiting in fotowerken. In 1998 toonde ze ‘Join the Circus’, beelden in warme kleuren vergezeld van opzwepende circusmuziek. Ze fotografeerde circussen van Rusland tot Nederland, uitsluitend als toeschouwer. ‘Het spektakel interesseert me’, zegt ze. ‘Ik doe geen sociologisch onderzoek.’ Deze reeks hield de toeschouwer als een film in de ban. De circusarena herinnerde ergens aan vroegere video’s, die de arena opvoeren, de tweekamp, de terechtstelling. De beslotenheid van de cirkel, waarin de toeschouwer dikwijls zelf wordt opgenomen, heeft iets van een valstrik. Deze kunstwerken brengen tevens een bewustwording op gang van het alomtegenwoordige bedrog.
Het geweld en de strijd maakten met de jaren plaats voor de sublimatie en de droom. Maar de overlevingsstrijd is nog steeds aan de orde. De jongeren van ‘Liquid Christals’, recente zwartwitfoto’s van stedelingen met ingekleurde pupillen, dragen de belofte in hun ogen. De titel, een wetenschappelijke term, wijst op de toestand van kristallen alvorens ze verharden. Voor adolescenten liggen alle mogelijkheden open. In deze problematische tijd zoeken ze nog naar een identiteit. De ‘Chill-out-room’, zoals jongeren de rustruimten op megaparty’s noemen, biedt een ontsnapping aan uit de helse buitenwereld. Binnen in de ronde, met metaal beklede ruimte staan roze sofa’s langs de wanden. Openingen geven uit op een videofilm van de hemel in al zijn verschijningsvormen. Zware luchten en onweer wisselen af met een sereen blauwe hemel. Het lijkt wel een capsule voor buitenaardse reizen met patrijspoorten waarachter het geluk, of toch de belofte ervan, in aantocht is.
De droom krijgt gestalte, maar meteen wordt duidelijk dat dit slechts een droom is. In de pracht van ‘Lost Paradise’ zit tenslotte de vergankelijkheid. Het breekbare en het vluchtige spreken evenzeer uit ‘The Swing’ uit 1999, een visionaire wandeling in een donker bos van 17 zuilen met monitoren en geluidsbronnen. Opnieuw treedt het kind op, een hedendaags taboeonderwerp. Zwartwitte beelden van schommelende meisjes, lieflijk zwierend met opwaaiende jurken of heftig ronddraaiend, visualiseren achtereenvolgens de verleiding, het geweld, de angst en de dood. Die loert, als tot het leven behorend, steevast om de hoek. In die omsingelende installaties voelt de bezoeker zich niet altijd lekker in zijn vel. Hij wordt onwillekeurig een voyeur, een kijker die bovendien wordt bekeken door andere bezoekers. Zo confronteert dit oeuvre ons continu met alle aspecten van de menselijke geaardheid.

Marie-Jo Lafontaine ‘Lost Paradise’, 19 november t/m 17 december, Gallery Ghislaine De Gryse, Rameplein 22, Tielt, do-za 15-18 uur, zo 10.30-13 uur.

Christine Vuegen

1. ‘Lost Paradise’, fotoreeks, 2000
2. ‘The Swing’, audio-videosculptuur, 1999
3. ‘Chill-out-room’, audio-videosculptuur, 1999, installatie in het Institut Mathildenhöhe,
Darmstadt
4. ‘Liquid Christals’ (1999) en ‘Chill-out-room (1999), installatie in het Institut
Mathildenhöhe, Darmstadt
5. ‘Liquid Christals’, fotoreeks, 1999